De vijf monumenten van de wielersport

De vijf monumenten van de wielersport

Maart 2023

Niet alleen de drie grote landenrondes, de Giro d’Italia, de Tour de France en de Vuelta a España hebben een vaste plek op de wielerkalender van de profs en hun fans, auch die fünf Monumente, bedeutendsten Eintagesrennen im Radsport, gehören zu den Jahreshighlights.
 

Inhoud

  • Wat zijn de monumenten van de wielersport?
  • De vijf monumenten op een rijtje
    • Milaan-San Remo
    • de Ronde van Vlaanderen
    • Parijs-Roubaix
    • Luik-Bastenaken-Luik
    • de Ronde van Lombardije

Foto krediet

BORA - hansgrohe / Sprintcycling

BORA - hansgrohe / Chiara Redaschi

BORA - hansgrohe / Etienne Schoeman

 

Wat zijn de monumenten van de wielersport?

Naast de beroemde Grand Tours, de Giro d'Italia, Tour de France en Vuelta a España die drie weken duren, laten ook de zogenaamde vijf monumenten de harten van de wielerfans en -profs sneller kloppen. Terwijl de grote rondes de wielerkalender van mei tot september domineren, worden eendaagse wedstrijden zoals de monumenten vooral in het voor- en najaar gereden.

Tot de vijf monumenten behoren Milaan-San Remo, de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije. Vier van deze klassiekers vinden in het voorjaar plaats en met de Ronde van Lombardije wordt het wielerseizoen in oktober afgesloten. 

Kenmerkend voor deze wedstrijden, die net als de andere kleinere eendaagse wedstrijden ook wel klassieker of semi-klassieker worden genoemd, is hun bijzondere traditie en hun lange succesvolle geschiedenis.

De monumenten van de wielersport zijn de vijf grootste klassiekers en behoren samen met de UCI-wereldkampioenschappen op de weg tot de belangrijkste eendaagse wedstrijden. Ze hebben een lange traditie en trekken wielerfans uit de hele wereld. Voor de fans die langs de route staan, hebben ze bijna het karakter van een volksfeest. De uitdagende parcoursen langs iconische plekken en het enthousiaste publiek langs de weg maken deze wedstrijden heel bijzonder voor alle betrokkenen. 

Overzicht van de vijf monumenten

De monumenten beginnen als de wielerelite zich in Noord-Italië voor Milaan-San Remo verzameld.

Dit jaar vindt de deze koers op 18 maart plaats. De koers, die liefkozend "La Primavera" ("de lente") wordt genoemd, heeft een lengte van bijna 300 km en is daarmee de langste eendaagse wedstrijd van de professionele wielersport.  

Dit jaar starten de renners voor het eerst niet in Milaan, maar in de stad Abbiategrasso bij Milaan, aan de oevers van de Ticino. Na 30 km zijn de renners weer terug op de oorspronkelijke route, die hen over de Turchino-pas naar het Ligurische bad- en kuuroord San Remo brengt aan de Middellandse-Zeekust.

De koers staat ook bekend om de twee korte maar pittige beklimmingen aan het einde van de rit, de Cipressa en de Poggio: ze vormen een uitdaging voor een explosieve aanval bergopwaarts en gedurfde manoeuvres bergafwaarts. Als het tijdens de achtervolging over de Cipressa en Poggio geen enkele renner lukt om te ontsnappen, wordt de sprint een krachtmeting tussen de renners die daarna nog in het peloton zitten. 

 

De Ronde van Vlaanderen – het hoogtepunt van het Vlaamse wielerseizoen

Het volgende monument laat niet lang op zich wachten en vindt op 2 april plaats, in België. De "Ronde van Vlaanderen" is het hoogtepunt van het Vlaamse wielerseizoen. Het is een feest voor de Belgische en internationale fans en bijna een nationale feestdag voor de Belgen.  

De Ronde staat onder meer bekend om zijn bijzondere wedstrijddynamiek. Door de vele kasseienpassages en korte intense beklimmingen, 'de hellingen', is het een eliminatierace: alleen de allersterkste renners komen hier als winnaar over de finish. Overal langs de iconische passages wappert de Vlaamse vlag, de gele vlag met de Vlaamse leeuw.

Ook het weer zorgt regelmatig voor bijzondere omstandigheden met veel wind en regen. Beklimmingen zoals de Koppenberg, Paterberg of Oude Kwaremont trekken duizenden fans en dunnen het peloton zodanig uit dat er vaak maar een klein groepje of zelfs eenling het lange rechte stuk in Oudenaarde opdraait en de finish haalt.  

Parijs-Roubaix – de koningin van de monumenten

Nog maar een week later, op 9 april, vindt in Noord-Frankrijk de "Koningin van de monumenten" of de "Hel van het Noorden" plaats – want zo wordt Parijs-Roubaix vaak genoemd. En daar zijn goede redenen voor. Het parcours van de wedstrijd, die voor het eerst werd gehouden in 1896, is ongeveer 250 km lang en omvat een aantal halsbrekende kasseienstroken, de zogenaamde pavés. Deze passages beslaan in totaal ongeveer 55 km en zijn veel ongelijker dan bijvoorbeeld de kinderkopjes in moderne stadscentra.

De meestal historische etappes met grote oneffenheden vergen alles van renners en materiaal en leiden niet zelden tot spectaculaire valpartijen of beschadiging van de fietsen. De pavépassages zijn gecategoriseerd met één tot vijf sterren, afhankelijk van hun moeilijkheidsgraad. Een passage met één ster is gemakkelijk en een passage met vijf sterren is heel zwaar. Dat laatste betekent deels loszittende en gladde stenen, maar ook grote oneffenheden en veel gaten. Daar komt dan nog het stof en vuil bij waar de renners tijdens hun rit door de hel van het noorden mee kampen. Soms herken je ze nauwelijks als ze uiteindelijk in de velodroom van Roubaix over de finish komen.

Ook hier speelt het weer in april vaak een grote rol, want bij slecht weer worden de pavés een glijbaan. Een van de beroemdste en zwaarste etappes ligt in het bos van Arenberg, de "Trouée d'Arenberg" ("de brandgang van Arenberg"). Op dit schijnbaar eindeloze rechte stuk begint de zwaarste etappe en de finale van deze klassieker met massa's publiek langs de route. De winnaar krijgt in de velodroom van Roubaix traditioneel een kassei als trofee.  

Luik-Bastenaken-Luik – het oudste monument

Kort voor de start van het Grand Tour-seizoen vindt er op 23 april weer een wielerfeest voor de Belgische fans plaats. Luik-Bastenaken-Luik is het oudste monument. Het werd voor het eerst in 1892 georganiseerd en wordt daarom ook wel "La Doyenne" ("de oudste") genoemd.

Het in vergelijking met veel andere klassiekers en monumenten, zeer heuvelachtige karakter van het parcours mis wat deze wedstrijd zo bijzonder maakt: het 258 km lange parcours heeft evenveel hoogtemeters als een gemiddelde bergetappe van de Tour de France. Het parcours loopt van Luik door de Waalse Ardennen richting Bastenaken en eindigt weer in het centrum van Luik.

De beroemdste klim, de Côte de la Redoute, staat erom bekend het kaf van het koren te scheiden. Dan volgen er kort voor de finish nog twee gemene beklimmingen en gaat de route vervolgens bergafwaarts over brede wegen naar de voormalige industriestad Luik. 

De Ronde van Lombardije – het einde van het wielerseizoen

Op 7 oktober wordt het wielerseizoen in Noord-Italië met de Ronde van Lombardije of "Il Lombardia" afgesloten. De "koers van de vallende bladeren" betekent voor de meeste renners het einde van het wielerseizoen. Met bijna 250 km en heel veel beklimmingen wordt deze wedstrijd als zeer zwaar beschouwd. Door het herfstige landschap met bergen en meren heeft het een bijzondere flair. Terwijl de sprinters of de klassiekerspecialisten bij de meeste monumenten in het voorjaar in het voordeel zijn, zijn hier de puncheurs in het voordeel.

Typisch voor deze koers zijn de steile hellingen naar kleine bergdorpjes en de klim naar het bedevaartsoord voor het wielrennen, Madonna del Ghisallo, en de Muro di Sormano. Aangevuurd door de warmbloedige tifosi worden daar of in de smalle straatjes van de steden en dorpen in het laatste deel van het parcours steeds weer beslissende manoeuvres geforceerd, zodat meestal maar een handvol renners het rechte stuk opkomen voor de eindsprint naar de laatste grote zege van een lang wielerseizoen. Daarbij wisselt het parcours van de koers elk jaar, het ene jaar van Bergamo naar Como, het jaar erop van Como naar Bergamo, enzovoorts.