Keukens zijn hip en zijn het nieuwe statussymbool

Keukens zijn hip en zijn het nieuwe statussymbool

Trendrapport van woon- en designjournalist Barbara Friedrich

Keukens zijn hip

De keuken is de nieuwe auto. Dat is te lezen in het Duitse tijdschrift WirtschaftsWoche en dat wordt ook bevestigd door trendsetters en in woonbladen. De Duitse keukenbranche doet goede zaken. In deze branche is namelijk sprake van 30 procent groei, voornamelijk bij hoogwaardig keukenmeubilair.

Waar de allerrijksten vroeger een hoog vijf- tot zescijferig bedrag uitgaven aan een dikke auto in de garage (of voor de voordeur om ermee te pronken bij de buren), geven ze nu zonder blikken of blozen 100.000 euro en meer aan hun keuken uit. De keuken heeft de auto tenslotte al een tijdje voorbijgestreefd als statussymbool en dit is een ontwikkeling die kan worden toegejuicht. Wie in de auto zit, staat immers ook vaak urenlang in de file. Verloren tijd, stress, ergernis. En schadelijk voor het milieu. De keuken staat daarentegen voor kokkerellen, ontspannen en genieten en voor tijd met familie en vrienden doorbrengen in een huiselijke ruimte. Maar sommige keukens lijken tegenwoordig meer op een commandocentrale van Starship Enterprise dan op een oase van rust: cool, futuristisch en vol intelligente technologie.

Bij Living Kitchen tijdens de meubelbeurs IMM Cologne in Keulen waren begin dit jaar de nieuwste trends en ontwikkelingen in de keukenbranche te zien: goudkleurige fronten, fronten met een roest- of betonlook; ruwe graniet en stevige houten planken; ultragladde hoogglanslak in ecru en sneeuwwit waar geen vingerafdrukken op te zien zijn; roestvrij staal en aluminium als in een professionele keuken; ongewoon, duur en opvallend fineer en natuurlijk hightechapparaten die bijna alles uit handen nemen en haast als vanzelf kunnen koken. En ze bestaan echt, peperdure, superchique keukens waar het hele huis vaak omheen wordt gebouwd. Of tenminste de wintertuin. Zulke keukens hebben veel ruimte en de juiste architectuur nodig.

De opkomst van de keuken als luxe-object en statussymbool begint in de laatste decennia van de vorige eeuw. Mensen hebben steeds meer te besteden en zo ontstaat een hedonistische samenleving van bourgondiërs. Eten en drinken op niveau wordt een manier van leven. Mensen volgen de Michelin Gids en bezoeken dé sterrenrestaurants van het moment en ontpoppen zich tot echte fijnproevers en wijnkenners. Hobbykoks worden geïnspireerd door de verfijnde gerechten van bekroonde koks en experimenteren ook thuis met bijzondere recepten en ingrediënten. De keuken wordt een werkplek. Steeds meer mensen zijn bereid om flinke bedragen te investeren in de inrichting van dit kooklab. Het zijn immers de heren des huizen die het koken ontdekken als leuk tijdverdrijf en belang hechten aan de perfecte keuken. Hier wordt geld in geïnvesteerd en mensen zien het als een cadeau aan zichzelf. De ironie van het verhaal: het is uitgerekend een vrouw, namelijk de Weense architecte Margarete Schütte-Lihotzsky, die in 1926 de rationale en functionele 'Frankfurter keuken' ontwikkelde om het werk expliciet voor de huisvrouw te verlichten. Het idee daarbij was in een zo klein mogelijke ruimte met functionele inbouwelementen in een U-vorm in plaats van in een grote, ongeorganiseerde leefkeuken te werken, zoals daarvoor de norm was. Deze ruimte was daarbij optisch en olfactorisch afgeschermd van de eigenlijke woonruimte. De gedachte achter dit ontwerp was het (mannelijke) principe van industriële massaproductie: productieprocessen optimaliseren. En dan is het uitgerekend een man die de vrouw en moeder die naar de keuken is verbannen, te bevrijden: de Zwabische designer Otl Aicher. Zijn boek 'Die Küche zum Kochen. Werkstatt einer neuen Lebenskultur' ('De keuken om te koken. De werkplaats van een nieuwe levenscultuur' werd in de jaren 80 uitgebracht en is gebaseerd op onderzoek naar de historische ontwikkeling van keukens en koken. Hij doet daarin heel concrete voorstellen om de 'juiste' keuken te ontwerpen – van het fornuis en de eethoek tot de apparaten. Otl Aicher was van huis uit grafisch ontwerper en was onder andere verantwoordelijk voor de grafische vormgeving van de Olympische Spelen in 1972. Met zijn ideeën is hij in principe ook de grondlegger van modern keukendesign dat tot de huidige trend, 'Living Kitchen', leidde. Maar daarbij dacht hij zeker niet aan vergulde fronten. Sterker nog: hij zou waarschijnlijk zijn wenkbrauwen hebben gefronst als hij zag hoe de keuken er tegenwoordig uitziet. Het kookeiland als sculptuur, als altaar zelfs, zoals de theoloog en volkskundige Christoph Kürzeder het beschrijft in een aflevering van het Beierse tv-programma 'Capriccio'? De keuken als heilige plek? Als plek om te bidden en offeren? Terug naar hoe het eerst was? Laten we hopen dat er in deze stijlvolle keukens daadwerkelijk wordt gekookt als de fotograaf het huis heeft verlaten. Of zouden ze een 'kitchenette' in de kelder hebben?

Barbara Friedrich, van 1999 tot 2016 hoofdredacteuren recentelijkuitgeefster van het blad A&W Architektur&Wohnen, kent de woon- endesignbranche al meer dan 30 jaar. Ze is auteur enpresentatrice enzit in meerdere designjury's.

Foto’s: Holzrausch/Sebastian Arlt, Holzrausch/Koy+Winkel Fotografie

Foto B. Friedrich: Giovanni Castel

Evenementen

Evenementen